donderdag 24 oktober 2013

De Belgische regeringsvorming als onderzoekscase voor de relatie tussen de uitvoerende en wetgevende macht

Parlementaire democratieën worden gekenmerkt door een nauwe samenwerking tussen de uitvoerende en de wetgevende macht. Maar hoe sterk is de greep van de regering op het parlementaire gebeuren? Een gegeven dat niet altijd makkelijk te onderzoeken is. 
België kende in de periode 2007-2008 en 2010-2011 lange en moeizame regeringsvormingen. Niet zo positief voor het land en zijn inwoners, maar wel ideaal voor politieke wetenschappers om eindelijk eens na te gaan of de afwezigheid van een regering met volle bevoegdheden al dan niet een invloed heeft op de handelingen van het parlement. Men kan immers een vergelijking gaan maken tussen perioden met een volwaardige regering en die met een regering in lopende zaken.
In het onderstaande onderzoek werd in het bijzonder aandacht besteed aan drie factoren die men doorgaans vereenzelvigt met de relatie tussen de uitvoerende en de wetgevende macht, namelijk wetgevende initiatieven, het stemmingsgedrag van de parlementsleden en de partijeenheid, zeg maar het unisono uitdragen van de partijstandpunten. In het verleden werd aangenomen dat lange perioden van coalitiegesprekken ervoor zorgden dat de parlementsleden meer (ideologische) vrijheid hadden en meer speelruimte hadden/kregen om hun eigen stempel te drukken op wetsinitiatieven.
Het resultaat is echter genuanceerder. Uit het onderzoek is gebleken dat het parlement een proactievere rol aanneemt, dat de tegenstellingen tussen meerderheid en oppositie wat afnemen, maar tegelijkertijd blijft de partijeenheid even sterk als vanouds.
Regeringsvormingen leiden dus niet tot drastische veranderingen in het samenspel tussen de wetgevende en uitvoerende macht, maar zorgen eerder voor een bescheiden correctie op de uiterst zwakke positie van het parlement.

Parliament without Government: The Belgian Parliament and the Government Formation Processes of 2007-2011


Nick Mertens
24 oktober 2013