Nu de storm over de
regenboogtruien van de Antwerpse loketbedienden wat is gaan liggen en gisteren
Bart De Wever ook zijn recht van antwoord in de geschreven pers en Terzake heeft gekregen, is het tijd om
eens een analyse van dit opstootje te maken. Want er is in het weekend en
gisteren ook nog veel over en weer geschreven en met modder gegooid, maar wie
heeft er nu gelijk en/of wie gebruikt één zinnetje om er politiek en
redactioneel misbruik van te maken?
Laten we beginnen bij het begin,
namelijk het bewuste zinnetje. Want iedereen reageert op deze zin, maar heeft
iedereen ook het volledige artikel gelezen? Het bewuste artikel verscheen in De Standaard van 2 februari 2013 en
maakte deel uit van de reeks De terugkeer
van de ideologie waarbij de krant stilstond bij de terugkeer van de
ideologie in de politiek aan de hand van interviews met de verschillende
partijvoorzitters.
Laat ik even de passage hernemen
waar Bart De Wever het in het artikel heeft over de neutraliteit die heerst bij
de Stad Antwerpen:
“Moeten we niet aanvaarden dat die hoofddoek er gewoon bij hoort?
'Dat hebben we ook aanvaard. Maar er zijn altijd grenzen. Ik kan mij
morgen associëren met de Dani en beslissen om alleen nog een peniskoker te
dragen, maar ik denk niet dat ik ver van mijn voordeur zou geraken. Elke vorm
van expressie is begrensd. Dat is bij uitstek zo als je namens de stad
Antwerpen aan een loket zit. Mag een vrouw een hoofddoek dragen? Uiteraard.
Maar niet achter een loket. Wie het gezicht is van de stad Antwerpen, wordt
neutraliteit opgelegd. Een loketbeambte mag ook geen t-shirt dragen met het
opschrift “Eigen volk eerst”. Ik wil ook niet dat iemand met een
regenboog-T-shirt achter het loket zit.'
Waarom niet?
'Omdat een homoseksueel via een dergelijke symboliek duidelijk maakt dat
hij of zij die obediëntie is toegedaan. En andere mensen herkennen dat.'
En dat mag niet?
'Nee. Heb ik iets tegen homo's? Integendeel. Ik heb zeer gewaardeerde
partijgenoten die homoseksueel zijn. Maar vind ik dat je met zo'n T-shirt
achter een loket kunt zitten? Nee. Ik wil bescheiden uitingen van individuele
identiteit door de vingers zien, maar een klant bij de stad Antwerpen heeft er
geen boodschap aan te weten dat de loketbeambte een homoseksuele islamiet is
die voor Vlaams Belang stemt.'”
En toen barstte de hel los.
Iedereen had wel iets te zeggen over het feit dat Bart De Wever ‘homokledij’
verbood voor zijn stadspersoneel. En het was inderdaad een trein die vertrok en
waarop iedereen mee opsprong. Artikel gelezen of niet. En begon dat zinnetje
dus ook zijn eigen leven te leiden, mee aangewakkerd door politici van andere
partijen en linkse opiniemakers. En wederom bleek Yves Desmet mee het voortouw
te nemen in het verweer tegen de nieuwe burgemeester van Antwerpen. Laten we
dan ook zijn opiniestuk eens onder de loep nemen, want gewild of ongewild, het
was zijn column die op maandag gebruikt werd als ijkpunt tegen Bart De Wever,
getuige ook zijn interview ’s avonds in Terzake.
Als ik niet beter zou weten, zou
ik zelfs durven denken dat Yves Desmet het artikel in De Standaard helemaal niet gelezen heeft.
Zo steekt Desmet dadelijk van wal
met “…, in een maatschappelijk debat dat
dit weekeinde op gang getrokken werd door de Antwerpse burgemeester Bart De
Wever.” en “Nee, echte prioriteiten
eerst, en daarom moest even duidelijk gesteld dat na de hoofddoek voortaan ook
het regenboog-T-shirt in de stad A verboden is, omdat het te duidelijk zou
tonen dat de drager ervan tot de 'obediëntie' van de homoseksualiteit hoort.”
Eerst en vooral wordt er volgens
mij nergens een maatschappelijk debat op gang getrokken door Bart De Wever. Net
zo min als de dwaling dat Bart De Wever voortaan het regenboog-T-shirt
verbiedt. Bart De Wever probeert in dit artikel simpelweg te verklaren wat men
onder de neutraliteit van stadspersoneel moet verstaan. En dat dit dus ruimer
moet gezien worden dan enkel maar de hoofddoek. Stadspersoneel mag nu eenmaal
geen duidelijke voorkeur etaleren, en moet dus ook de neutraliteit in zijn
kleding bewaken. En o ja, de hoofddoek en de regenboog-T-shirt zijn helemaal
niet verboden in de stad A, enkel maar voor het stadspersoneel, die na hun
werkuren overigens gerust mogen dragen wat ze willen. Dit even ter
verduidelijking van de gratuite veralgemening die Yves Desmet hierboven maakt.
Maar het is nog niet gedaan, in de
alinea hieropvolgend legt Desmet uit waarom Bart De Wever volgens hem een fantoomprovocateur
is: “Nu kunnen we even niet opgelet
hebben, maar tot nog toe zijn er bij ons weten nog geen regenboogdragende
ambtenaren gemeld. Net zomin als er al betogende moslims waren toen de
Antwerpse burgemeester een samenscholingsverbod aankondigde. De Wever maakt er
een sport van fenomenen die er niet eens zijn te problematiseren en erover te
provoceren.”
Waar in hemelsnaam zegt De Wever
dat er een probleem is met regenboogdragende ambtenaren? Inderdaad, nergens!
Het al dan niet afroepen van een
samenscholingsverbod is dan weer iets helemaal anders. Want dit is een
aangelegenheid waarbij je als burgemeester nooit kunt winnen. Roep je vooraf
zulk een verbod af, dan krijg je de verontwaardiging van je politiek linkse
tegenstanders over je heen. Is er op voorhand geen verbod en komt het wel tot
rellen, dan krijg je alle politieke tegenstanders over je heen. Want dan heb je
als burgemeester weer niet snel genoeg gehandeld, voel je niet aan wat er leeft
in de eigen stad, bestuur je niet daadkrachtig genoeg,… Dus in beide gevallen
hadden mensen zoals Yves Desmet wel een stok gevonden om te slaan. Maar hoe zit
het met de inwoners van onder andere de Turnhoutsebaan in Borgerhout? Misschien
was daar een meerderheid wel tevreden over het vooraf aangekondigd
samenscholingsverbod? Op deze manier is het zeker niet tot rellen gekomen en
zijn hun auto’s onbeschadigd gebleven en hun ramen niet aan dingelen geslagen.
Er waren aanwijzingen dat er die dag wel degelijk betogingen zouden kunnen
plaatsvinden, en dan moet je als burgemeester snel handelen, en vooral in het
belang van je inwoners. Een belang dat politieke tegenstanders en opiniemakers
schandelijk misbruiken om hun eigen ‘gelijk’ te willen halen.
Yves Desmet eindigt met
hetvolgende: “Dat is de kern van wat De
Wever zegt: de stad is niet langer een oord van diversiteit, van verschil en
van anders mogen en kunnen zijn. De stad moet zijn zoals wij. En alle anderen,
in kleding, mening of obediëntie, die zijn belachelijk.”
Zware woorden die hij meent te
mogen schrijven omwille van de linkse interpretatie die hij aan bepaalde
beleidsmaatregelen in Antwerpen geeft. Veel van deze maatregelen zijn nochtans
reeds in het leven geroepen door de vorige Antwerpse burgemeester Patrick
Janssens (SP.A), een figuur die Yves Desmet waarschijnlijk beter ligt dan Bart
De Wever.
Laten we dan het bestuursakkoord
voor Antwerpen 2013-2018 er eens bijnemen. Wat zegt dit akkoord zoal over
diversiteit:
1. De stad wil dat de lokale politie een kleurrijke dienst is die aandacht
besteedt aan diversiteit binnen en buiten haar organisatie. Hiervoor zal de
bestaande diversiteit binnen het korps in kaart worden gebracht en zal
een geïntegreerd diversiteitbeleid binnen een globaal HR-beleid
ontwikkeld worden. We beseffen dat inspanningen in het verleden onvoldoende
resultaat hebben opgeleverd en dat we daarom moeten werken aan de competenties
van Antwerpenaren van allochtone origine om de politieopleiding succesvol te
kunnen aanvatten. Dit om een optimale werking van de politie in het Antwerpen
van vandaag en morgen te bekomen.
2. Anderzijds moet aandacht geschonken worden
in het levensbeschouwelijke onderricht aan de diversiteit van religies
en levensbeschouwingen en de noodzaak aan een actieve dialoog, verdraagzaamheid,
wederzijds respect en wederkerigheid.
3. Onze stad is meer dan een optelsom van alle
Antwerpenaren. Het is een stadsgemeenschap die bestaat uit een rijke diversiteit aan talloze culturen,
levensbeschouwingen, wijken en straten, verenigingen, bedrijven, gezinnen,
individuen, … Samen vormen wij
Antwerpen.
4. Antwerpen is een stad waar iedereen aan bod
komt, ongeacht huidskleur, geloof, seksuele geaardheid of handicap. De stad
heeft een voorbeeldfunctie vooralle Antwerpenaren en zal daarom een doorgedreven diversiteitsbeleid voeren.
5. Het inclusief integratiebeleid wordt
gecoördineerd en opgevolgd aan de hand van concrete en meetbare indicatoren. Zo
kan de relatieve positie van mensen met een migratieachtergrond op een zo
objectief mogelijke manier in kaart gebracht en opgevolgd worden. Hierbij wordt
rekening gehouden met de diversiteit
binnen doelgroepen.
6. De stad moet de A-waarden die ze intern hanteert (diversiteit,
samenwerking, kostenbewustzijn, klantgerichtheid en integriteit) uitdragen in
alles wat ze doet.
Dit bewijst dus dat hetgeen Yves
Desmet ter afsluiting van zijn column beweerd en dus extra in de verf wil
zetten totaal uit de lucht gegrepen is, ja zelfs belachelijk (om het dan maar
in zijn woorden te zeggen). Zou het kunnen dat hij door zijn afkeer van De
Wever als journalist niet meer de juiste analyse kan maken of bewust zaken
verdraait in de hoop dat zijn artikels meer gelezen zullen worden dat het
bestuursakkoord? En men zo als kiezer dan ook een foutieve interpretatie van bepaalde
beleidsmaatregelen meekrijgt?
In heel deze storm bleef maar één
groep objectief en correct, en dat zijn de holebi’s zelf. De koepelorganisatie van de verenigingen voor
holebi's en transgenders in de provincie Antwerpen, Het Roze Huis-çavaria Antwerpen, benadrukte in een persbericht onder
andere dat Bart De Wever spreekt als werkgever die de neutraliteit van zijn
personeel belangrijk vindt, en dat het verbod op het dragen van
regenboog-T-shirts niet stigmatiserend is.
Het is duidelijk dat vooral de linkse pers en sommige politieke
tegenstanders een héél lelijk spel aan het spelen zijn. Een spel dat in een
samenleving waarbij burgers steeds meer en meer het recht in eigen handen durven
nemen wel eens kwalijke gevolgen zou kunnen hebben. Er moet maar één
fanatiekeling zijn die blindelings gelooft wat de tegenstanders van Bart De
Wever beweren en beslist dat de burgemeester van Antwerpen een gevaar is voor
de samenleving.
Zouden bepaalde politieke tegenstanders en opiniemakers zoals Yves Desmet
dan een mea culpa slaan? En beseffen dat zij de echte fantoomprovocateurs
waren?
Nick Mertens
5 februari 2013